- De auto moet de stad uit, vinden steeds meer gemeenten. Maar hoe?
- Je moet het naar een parkeerplaats zoekende verkeer verminderen, parkeren aan de rand van de stad bevorderen en inzetten op alternatieven, zegt Steven Kesler.
- Business Insider Nederland sprak met de medeoprichter van parkeerapp My Way over hoe het probleem van stedelijke mobiliteit aangevlogen kan worden.
- Lees ook: Vertraagde treinrit? Twee twintigers uit Utrecht claimden al €110.000 bij de NS namens reizigers
Een van de voordelen van reizen met de auto is dat je meestal voor de deur van je bestemming kunt uitstappen. Maar dat wordt in de grotere steden steeds lastiger. Enerzijds omdat het er drukker en drukker wordt en parkeerplekken schaars en duur zijn, anderzijds omdat de steden de auto steeds meer proberen te weren.
Beide zaken zorgen voor de nodige wrijving tussen automobilisten en lokale overheden. De autobezitter stelt bijvoorbeeld dat de bereikbaarheid in steden verbeterd moet worden met betere wegen en meer parkeerplaatsen, de gemeente vindt dat je maar gewoon met de trein moet komen.
Een oplossing kan precies in het midden liggen. “Uit recent onderzoek is gebleken dat 30 tot 40 procent van het verkeer in grote steden naar een parkeerplaats aan het zoeken is”, zegt medeoprichter Steven Kesler van parkeerapp My Way tegen Business Insider Nederland. “Als je dat kan wegnemen, verbeter je niet alleen de doorstroming, maar ook de parkeergelegenheid in de stad.”
Kesler maakt het met My Way mogelijk om zowel in als aan de rand van de stad eenvoudig een parkeerplaats te vinden. En hoewel het bedrijf begonnen is met het doel om parkeren te versimpelen, heeft het nu “als stip aan de horizon om stedelijke mobiliteit te verbeteren”, zegt Kesler.
“Het is eigenlijk een gek voorbeeld, want het was een zware en uitdagende tijd, maar de coronaperiode gaf interessante inzichten. Hoe ik Amsterdam toen heb ervaren, vond ik zo'n verrijking voor de stad. Dat terrassen mochten uitdijen op parkeerplaatsen, dat er veel meer ruimte was om te leven. Dat is mijn toekomstbeeld en ook het toekomstbeeld van mijn team. Echt die auto zo veel mogelijk uit de stad laten verdwijnen”, zegt Kesler.
Makkelijker parkeren nodigt automobilisten uit
Op dit moment is het nog niet zover, want in zekere zin helpt My Way juist met een toename van verkeer in de stad. Met het bereikbaarder en goedkoper maken van parkeerplaatsen in het centrum, lok je immers juist uit dat mensen eerder tot diep in de stad zullen rijden.
Tenminste, dat zou je denken. Kesler legt uit dat dit niet per se het geval hoeft te zijn, omdat mensen die My Way gebruiken niet zoekende zijn, maar weten waar ze heen moeten en daarom dus minimale impact hebben op de doorstroming.
Daar valt natuurlijk wat over te zeggen, maar Kesler verduidelijkt dat het bedrijf juist mensen probeert te verleiden om de stad niet in te gaan door een gedegen en complete oplossing voor parkeren aan de rand van de stad te bieden. “Neem bijvoorbeeld de RAI. Daar zijn honderden parkeerplaatsen die veelal leeg staan als er niets georganiseerd is. Dat is natuurlijk zonde. Wij proberen daar mensen tegen een laag tarief te laten parkeren, waarbij we ze vervolgens helpen om vanuit de RAI naar het centrum te komen met bijvoorbeeld het openbaar vervoer”, legt Kesler uit.
In de toekomst moet dat nog aantrekkelijker worden, vooral voor EV-rijders. “Wat wij nu aan het onderzoeken zijn, en dat zit er binnenkort aan te komen, is dat we het ook inzichtelijk maken waar je je auto kunt opladen”, zegt Kesler. “Uiteindelijk willen we laadplekken aanbieden waar je auto een tijdje kan staan. Als je dan terugkomt, heb je weer een opgeladen auto en dan rijd je weer het stadsdeel uit.”
Deze complete oplossing moet het voor mensen in een klap duidelijk maken dat het helemaal geen uitdaging is om juist aan de rand van stad te parkeren, maar dat het wellicht zelfs een betere en snellere optie is, naast dat het natuurlijk goedkoper is.
Uitdagingen liggen bij openbaar- en deelvervoer
Het idee van My Way lijkt op papier prima: parkeren aan de rand van de stad aantrekkelijker maken door de kosten te verlagen en hulp te bieden door de rest van je reis uit te stippelen.
Maar bij dat laatste gedeelte van die oplossing liggen nog wat uitdagingen, want My Way heeft geen invloed op de vervoersmethodes die het voorstelt. Het openbaar vervoer heeft immers wel eens last van vertragingen of uitval, deelscooters of -fietsen kunnen op of buiten bereik zijn, en taxi’s kunnen duur zijn.
Kesler geeft dan ook toe dat hier nog wat werk aan de winkel is en dat zijn bedrijf zoveel mogelijk in gesprek is met partijen die het bij klanten aanprijst als vervoer van de parkeerplaats naar de eindbestemming. “We zitten met gemeenten om tafel en werken bijvoorbeeld samen met Uber, maar we zien ook dat er meer gedaan kan worden”, zegt Kesler. “Er lijkt wel wat weerstand vanuit gemeenten te heersen tegen deelmobiliteit zoals stepjes, fietsen en scooters.”
Ook zijn automobilisten niet voor alle vormen van alternatief vervoer te porren. “Uit onderzoek blijkt dat de automobilist bijvoorbeeld wel bereid is vanuit de auto in een metro te stappen, maar niet vanuit de auto in een bus wil gaan zitten”, legt Kesler uit. “En dat zien wij ook bij onze gebruikers. Er zijn dus nog wat hordes te nemen.”
Automobilisten moeten leren dat er alternatieven zijn
Voor nu is het vooral zaak om de automobilist te laten zien dat er interessante en eenvoudige alternatieven bestaan voor het parkeren in het centrum. Dat doet My Way nu voor zo’n 200.000 gebruikers. “Het minimale doel is om elk jaar te verdubbelen”, lacht Kesler. “Dat is lekker makkelijk, want dat doen we nu al. Zodoende hoeven we onze doelen niet jaarlijks aan te passen.”
Hoe het bedrijf dat mogelijk wil maken? “Uiteindelijk willen we geïntegreerd zijn in auto’s. Dat je direct naar de beste oplossing wordt gestuurd, of dat nu een plek in een parkeergarage is in de schil van de stad, of een parkeerterrein met een laadplek. Het moet direct vanuit de auto geregeld worden zonder dat je erover hoeft na te denken.”
Wanneer we de functionaliteiten van My Way in onze auto’s kunnen verwachten? Dat durft Kesler nog niet te zeggen: “Er zijn verkennende gesprekken.”
